Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [62]Daarom zal ik den Heere verbeiden, [63]Die Zijn aangezicht verbergt voor het huis van Jakob, en ik zal Hem verwachten. 62. Te weten, omdat de Heere tot mij gesproken heeft, enz. vs.11. Alsof hij zeide: Ik wil vast op den Heere staan, en mij op zijne beloften zekerlijk verlaten. 63. Dat is, die, rechtvaardiglijk vertoornd zijnde, zijne weldadigheid den goddelozen Joden ontnomen heeft, terwijl Hij hen straffen wil.